Nieuws van het
Franse Culturele
Samenwerkingsnetwerk
in België
Beeldende Kunsten
van

25


januari


- 2024 -
tot

25


mei


- 2024 -

Verkenning van de werkelijkheid en de verbeelding: in gesprek met Eden Tinto Collins


Tot 25 mei is in de Beursschouwburg de tentoonstelling Roaming the Imaginal te zien van Eden Tinto Collins, winnares van de Prix Ricard 2023. De kunstenares stelt voor het eerst werk tentoon in België en vertelt ons over het ontstaan van haar werk en de vele digitale invloeden die haar imaginale wereld hebben gevormd.

Kunt u ons iets vertellen over uw werk als 'hypermediakunstenares' en ons uitleggen wat u precies met die term bedoelt?

Met 'hypermedia' bedoel ik dat ik concrete systemen installeer die niet eindigen bij wat we kunnen zien. In wat ik voorstel is er altijd een relatie met de imaginale wereld en met de digitale of virtuele wereld. 

Zoals je uit de titel kan afleiden, is Roaming een tentoonstelling in beweging, die zich verplaatst. In de hedendaagse telecomwoordenschat gaat roaming over informatie die zich verplaatst en de manier waarop die data circuleert. Via mijn werk stel ik een soort van kosmische wandeling voor.

De dromerige vloer springt meteen in het oog bij bezoekers van de galerie. Kunt u ons iets meer vertellen over de reden van die voorstelling en wat het betekent in de context van uw artistieke werk?

De vloer is een soort 'glitchy fresco' dat lijkt op een net of een web. Internet betekent voor mij 'tussen de netten' of 'in het net'. Het net maakt deel uit van een interessante metafoor, die verwijst naar de geconnecteerde ruimte, maar ook naar vissen. Ik heb bewust gekozen voor een woordenschat en semantiek die verwijzen naar de oceaan, stromen, water, een soort digitaal bad waarin we altijd ondergedompeld zijn en dat geen begin en geen einde heeft. Dat digitale bad weerspiegelt onze realiteit en herinnert ons ook aan de onderzeese internetkabels die oceanen doorkruisen, waardoor we met elkaar verbonden zijn. De kabels volgen ook de routes van de transatlantische slavenhandel en doen vragen rijzen over de manier waarop de wereld in elkaar zit.

Ik heb mij altijd al ondergedompeld in die denkbeeldige wereld, zodra we thuis onze eerste computer met Windows 95 hadden. Ik zal nooit de zogenaamde handshake sound vergeten, dat hoge geluid wanneer contact werd gemaakt met de modem, dat me aan dolfijnen deed denken. Het was het begin van een mythologie die me nooit meer heeft verlaten. Dat soort woordspelingen werden geleidelijk aan een obsessie.

De centrale sculptuur in de tentoonstelling trekt de aandacht. Kunt u ons iets vertellen over de oorsprong en de symboliek ervan en de link met de digitale en de echte werelden die u verkent?

Ik ben geen beeldhouwer, maar ik assembleer elementen om aggregaten te creëren die zinvol zijn voor de semantiek van het internet. Deze sculptuur is opgebouwd uit minerale elementen, een verwijzing naar de extractie die nodig is om toegang te krijgen tot de digitale wereld. Het herinnert ons eraan dat niets écht virtueel is, dat zelfs wat we niet kunnen zien zijn sporen achterlaat in de werkelijkheid. Zeker nu we connecteren zonder zelfs maar te hoeven klikken. Het zijn gebaren en handelingen die beetje bij beetje vervagen en verdwijnen.

Het idee was om beide werelden te laten samenkomen, niet als beeld op een scherm, maar op een mineraal oppervlak. Voor deze sculptuur gebruikte ik de techniek Pepper's ghost uit de 19e eeuw: een techniek die vaak in het theater werd gebruikt om de illusie van een geestverschijning te creëren. De bewegende figuur heet Jane Dark. Het is een personage dat ik heb gecreëerd met Jeanne d'Arc in het achterhoofd, de zogenaamde 'Maagd van Orléans'. Het interessante is dat Jane Dark als personage de nationale mythe van Frankrijk weerspiegelt, die vandaag lijkt uiteen te vallen in steeds extremere tegenpolen.

De confrontatie tussen dit personage en de actualiteit interesseert mij. Toen Jean-Marie Le Pen bijvoorbeeld zijn respect betuigde aan het standbeeld van Jeanne d'Arc op de Place des Pyramides, riep hij de heldin aan met de beroemde woorden „Jeanne, au secours!”. Daaruit ontstond mijn idee voor de DARK-versie van Jeanne, die de noodkreet letterlijk neemt en zich afvraagt wat ze daar doet. Voor mij is Jane Dark een personage dat uit een iconisch, imaginaal klimaat komt en niet goed de missie begrijpt waarvoor men haar heeft uitgestuurd.

De artieste die te zien is op het scherm op de vloer is intrigerend. Kunt u ons wat meer vertellen over die performance en de betekenis ervan voor de tentoonstelling in haar geheel?

Dat is Michelle Tshibola, een artieste met wie ik al heel lang samenwerk. Ik vond het cruciaal om de spin te tonen, een paaldanstechniek waarbij iemand rond de paal draait. Ik vind het fascinerend om de link te leggen met die beweging, die niet eenvoudig is en veel kracht en hard werk vereist, om het lichaam steeds meer te 'beeldhouwen' en het als medium te gebruiken om emoties en een bepaalde energie over te brengen.

De beweging van de spin, het feit dat je als een dolfijn om je as draait, is een universele planetaire beweging. Het is iets wat we doen om te leven, of we dat nu leuk vinden of niet.

De woordenschat van de spin heb ik gekoppeld aan het politieke jargon van de spindoctor. Michelle wordt hier vergeleken met een van die spindoctors. Het is een rol die ze belichaamt, misschien onbedoeld, doordat ze een community wil cultiveren en shows wil creëren. Geleidelijk aan is het werk zo goed uitgevoerd, zijn de shows zo mooi en is de community zo gegroeid dat het een echt universum is geworden waardoor we ons beter voelen. Het zijn plekken waar je jezelf kan vinden. Waar je je vrouwelijkheid, je queerness en je relatie tot gender kan exploreren en je vrij mag uiten. Het lukt maar zelden om die relatie, die visie op de wereld, te institutionaliseren.