>Evenement georganiseerd door de Franse ambassade in België en de ANdEA (nationale vereniging van Franse hogere kunstscholen).

- Welke relaties, welke circulaties tussen de Belgische en Franse creatieve scholen?
- Naar welk internationaal alternatief netwerk? Naar een school van kunstenaars zonder
grenzen?
- Welke kunstscène willen we voor 2030?
- Welke vorm heeft de kunstschool van de toekomst?

De tweede institutionele bijeenkomsten die gewijd zijn aan de samenwerking tussen Franse en Belgische hoger-Creatieve scholen (Franstalig en Nederlandstalig) vinden plaats op 4-5-6 Juli 2019 aan de École supérieure des beaux-arts de Nîmes (ESBAN) en aan de MO.CO (Montpellier Contemporain).

De eerste bijeenkomsten, die in 2017 in Brussel werden georganiseerd, hadden ongeveer veertig scholen en honderd deelnemers bijeengebracht. Die dagen werden georganiseerd rond plenaire zittingen, workshops en netwerkmomenten, en hebben tot doel de uitwisseling van ervaringen tussen instellingen aan te moedigen, de Frans-Belgische gemeenschap van het hoger onderwijs in de beeldende kunsten en live performance te verbinden en de samenwerking te versterken. 

In 2019 zullen de bijeenkomsten zich richten op de relatie tussen creatieve scholen en beroepen en meer in het algemeen met de sociale ruimte. Het doel zal zijn om de twee netwerken, Frans en Belgisch, te laten kruisen, maar ook de gemeenschappelijke vragen naar boven te laten komen, en de realiteit van de pedagogie op het werk naar voren te brengen. Dit alles zal hopelijk het aanmoedigen van samenwerkingsprojecten als gevolg hebben.

Wat stelt deze gemeenschap van creatieve scholen voor? Wie geeft daar les, wie spreekt daar, wie studeert daar, om welke artistieke scene te vormen? Het doel zal zijn zowel het landschap van beroepen en professionele omgevingen te beschrijven als het uitwisselen over de diversificatie van het publiek bij gastvrije, internationale en voor de komende wereld bewuste kunstscholen.

Met behulp van overgelegde kaarten die laten zien wat scholen produceren en de vragen die daarbij opgewekt worden, kunnen deze bijeenkomsten dan nieuwe samenwerkingsverbanden op gang brengen. Uitgaande van de vormen en thema’s van pedagogie en onderzoek, de oorsprong en mobiliteit van teams, de plaatsen waar de vragen worden gesteld, zullen onze kaarten lijnen van kracht, centra, assen en een overvloed aan mogelijke overeenkomsten of debatten tussen ons onthullen.